Laatst belde de pakketjesbezorger aan met een pakje voor me. Altijd leuk om in handen te krijgen wat je besteld hebt. Dit pakketje had lang op zich laten wachten. Maanden geleden had ik het al besteld en ik keek ernaar uit om het uit te pakken. Het was een nieuwe bijbel en daar was ik aan toe. De oude begint nu echt uit elkaar te vallen. Ik wilde eigenlijk al eerder een nieuwe bijbel, maar ik stelde de aankoop nog even uit voor deze ene: de Nieuwe Bijbelvertaling van 2021, een herziening van de NBV uit 2004. Op basis van wat ik er over en uit gelezen heb, ben ik positief. Een verbetering ten opzichte van de versie uit 2004.

Bij het uitkomen van een nieuwe bijbel rijst vaak de vraag: ‘Wat is de beste bijbelvertaling?’ Die vraag krijg ik nog wel eens. Het antwoord daarop is complex. De belangrijkste reden daarvoor is dat de beste bijbelvertaling iets heel anders kan zijn dan de bijbelvertaling die je prettig vindt.

We hebben allemaal wel een vertaling die we fijn vinden lezen. De taal spreekt ons aan, we zijn er mee opgevoed of we herkennen de teksten omdat we die ooit uit ons hoofd hebben geleerd. Als je de bekende tekst Joh. 3:16 ineens in een andere vertaling leest, kan dat ongemakkelijk voelen. Omdat je zo gewend bent aan de woorden uit die ene vertaling. En dat is helemaal prima. Lees de vertaling die jij prettig vindt. Want dat helpt je om de bijbel erbij te pakken en daadwerkelijk te lezen. Tegelijkertijd kan het soms ook goed zijn om een andere vertaling te lezen. Als we een bepaalde vertaling prettig vinden, kan die ook te vertrouwd raken. We hebben dan een bepaald gevoel bij die ene bijbeltekst, maar wordt dat er dan eigenlijk wel mee bedoeld? Of zijn we daar onze eigen betekenis in gaan leggen? Door een andere vertaling te lezen, lees je de bekende woorden vanuit een ander gezichtspunt. Dat kan soms meer inzicht geven in de woorden van God. Ze kunnen een andere lading krijgen. Een tekst die je altijd al kende, ga je dan nog beter begrijpen en kan je relatie met God juist verdiepen. Dus lees de vertaling die je prettig vindt, maar daag jezelf ook eens uit om een andere vertaling te pakken.

Maar wat is dan de beste bijbelvertaling? Die vraag is niet makkelijk te beantwoorden. Het maken van een vertaling is namelijk een heel moeilijk en complex werk. Er zijn verschillende aspecten waar je rekening mee moet houden. Verder zijn er meerdere stadia waarin keuzes gemaakt moeten worden. Elke vertaling heeft een eigen manier van omgaan met die keuzes. Het gaat te ver om dit helemaal uit te diepen. Maar een samenvatting is wel te doen. Als bijbellezer is het goed om hiervan een beetje op de hoogte te zijn. Je zou kunnen zeggen dat er drie hoofdaspecten zijn waarnaar gekeken moet worden:

  1. De grondtekst (soms spreekt men over brontekst)
  2. De Nederlandse tekst
  3. De vertaling van de grondtekst naar de Nederlandse tekst – de brug, als het ware

Als het gaat om de grondtekst, is het niet zo dat we het origineel hebben van de schrijvers van de bijbel. We hebben allemaal kopieën en die zijn door de eeuwen heen met de hand overgeschreven. Meestal hebben we kleine stukjes van de bijbeltekst en soms grotere delen, maar het zijn er duizenden! Wetenschappers brengen al die stukjes bij elkaar en bestuderen ze. Door middel van een ingewikkeld, wetenschappelijk proces probeert men dan tot een grondtekst te komen die zo dicht mogelijk bij de originele tekst ligt. Maar stel dat je vier stukjes van een bijbeltekst vindt en ze allemaal iets anders zeggen? Welke is dan het origineel? Daar zijn verschillende visies op. Het gevolg is dat er meerdere grondteksten ontstaan. Je kunt dus niet zomaar praten over de grondtekst. In hoofdlijnen kun je zeggen dat er twee verschillende grondteksten zijn voor het Oude Testament (Masoretische tekst en de Biblia Hebraica Stuttgartensia) en drie voor het Nieuwe Testament (Textus Receptus, Hodges en Farstad en de Nestle-Aland). Op dit moment wordt er gewerkt aan een nieuwe grondtekst van het Nieuwe Testament die in de jaren ’30 af zou moeten zijn (Editio Critica Maior). Dit laat iets zien van de complexiteit van bijbelvertalen. Over het maken van een nieuwe grondtekst van het Nieuwe Testament met behulp van digitalisering denkt men zo’n dertig jaar te doen…

De Nederlandse bijbelvertalingen maken hier dus ook verschillende keuzes in. De Herziene Statenvertaling (HSV) maakt bijvoorbeeld gebruik van een andere grondtekst van het Nieuwe Testament (de Textus Receptus) dan de Nieuwe Bijbelvertaling en Bijbel in Gewone Taal (de Nestle-Aland).

Nadat een bijbelvertaler besloten heeft welke grondtekst van het Oude en van het Nieuwe Testament genomen wordt, moet hij bepalen wat hij met de Nederlandse tekst wil. Want je kunt een oude taal zoals het Hebreeuws, Aramees (talen van het OT) of Grieks (taal van het NT) niet zomaar naar het Nederlands vertalen. Als je dat woordelijk zou doen, krijg je hele rare zinnen. Probeer dat maar eens met een Engelse zin. Dat klopt dan niet. En Engels staat nog niet eens zo ver bij het Nederlands vandaan als Hebreeuws en Grieks. Maar ook niet elk woord kun je letterlijk vertalen, omdat er soms helemaal geen woord voor in het Nederlands is. Hoe ga je daar mee om? Dat verschilt per vertaling, met als gevolg verschillen in de bijbelvertalingen. Dan komt er nog de vraag welk leesniveau je wilt hebben. Is het voor de gelovige die al lang naar de kerk gaat? Of voor een ongelovige jongere die nog nooit van God gehoord heeft? Als je wilt dat de tekst van de bijbel begrepen wordt door een bepaalde doelgroep, zul je de taal daar op af moeten stemmen. Zo is er een groot verschil tussen de taal van de NBG-51 en de Bijbel in Gewone Taal. De eerste komt uit de jaren ’50 en werd gebruikt in traditionele kerken. De tweede is een hedendaagse bijbel, gericht op mensen die de taal van de bijbel niet kennen. De Nieuwe Bijbelvertaling en de Bijbel in Gewone Taal maken dan wel gebruik van dezelfde grondtekst, maar hebben een ander publiek en dus andere Nederlandse taal.

Het derde aspect is de brug tussen de grondtekst en de Nederlandse taal. Als de vertaler heeft bepaald welke grondtekst hij neemt en wat zijn doelgroep is, dan moeten daar tussen nog heel veel keuzes gemaakt worden. Hierin zijn drie strategieën te vinden; formeel, functioneel of dynamisch. De formele strategie probeert de vertaling zo veel mogelijk woord voor woord te vertalen (Herziene Statenvertaling en NBG-51). De functionele strategie probeert de bedoeling van de schrijver zo goed mogelijk over te brengen (Willibrordvertaling). De dynamische strategie probeert zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke bedoeling van de schrijver te blijven, maar zoekt ook naar een zo goed mogelijk Nederlands (NBV en Groot Nieuws Bijbel).

Zo zie je maar dat de vraag wat de beste vertaling is, erg moeilijk te beantwoorden is. Er komt een hoop bij kijken. Wat ik de beste bijbelvertaling vind? Ik kijk er al volgt tegen aan. Enerzijds wil ik een vertaling die, wetenschappelijk gezien, de beste grondtekst gebruikt. Dan maak ik de meeste kans dat het gaat om de woorden die de bijbelschrijvers ooit geschreven hebben. Voor mij valt dan de HSV af, want die gebruikt een grondtekst die erg verouderd is. Anderzijds wil ik ook een tekst met hedendaagse taal, die ik prettig vind lezen. Zelf ben ik als kind opgegroeid met de NBG-51, maar die taal spreekt me niet meer aan. De NBV en Willibrordvertaling vind ik dan het prettigst. De Bijbel in Gewone Taal vind ik ook een goede optie, maar de taal is mij iets te eenvoudig gemaakt. Dit is een ideale vertaling als je de tekst soms moeilijk te begrijpen vindt. Maar er zit daardoor al wel veel interpretatie in. Wat ik altijd heb gemist bij de NBV, is de vertaalstrategie van de HSV. Die is meer woord-voor-woord vertaald. De NBV had soms veel interpretatie in de tekst zitten. Ik vind het niet prettig als iemand anders dat voor mij doet. Dat is mijn eigen verantwoordelijkheid. De tekst vond ik dan ook soms wat te vrijzinnig worden. Dat had te maken met de keuzes die de vertalers toentertijd hebben gemaakt. De NBV was voor mij sinds ongeveer 2007 het prettigst. Maar qua vertaling kon het beter.

Daarom ben ik zo blij met de herziening van de NBV, de NBV21. Die is namelijk op een aantal punten veranderd. Er is wederom voor de nieuwste grondtekst gekozen. Ben ik blij mee. Maar de vertaling is minder los en meer consequent, zoals de HSV dat meer heeft. Daar ben ik ook erg blij mee. Wat ook terug is gekomen, zijn de zogenaamde eerbiedskapitalen. Dit betekent dat er hoofdletters worden gebruikt bij persoonlijke voornaamwoorden die horen bij God, Jezus of de heilige Geest. Dus ‘ik geloof in Hem’ in plaats van ‘ik geloof in hem’. Dit vind ik ook een goede ontwikkeling.

Een uitspraak over de NBV21 die mij aanspreekt is: ‘De NBV was goed, maar de NBV21 is beter’. Daar kan ik me tot nu toe bij aansluiten. In de loop van de tijd moet ik nog ervaren hoe hij in de praktijk leest, want ik heb hem nog (lang) niet uit. Maar vooral door diepere bijbelstudie en bij preekvoorbereiding zal ik gaan ervaren hoe deze nieuwste vertaling  bevalt. Maar voor nu kan ik zeggen: van harte aanbevolen. Als je van plan bent om een nieuwe bijbel te kopen, zou ik deze een kans geven.

Als je meer wilt weten over bijbelvertalingen, bekijk dan de website van het Nederlands en Vlaams Bijbelgenootschap, debijbel.nl eens. Daar staan veel artikelen op. Als je lid wordt, krijg je toegang tot nog meer artikelen en mogelijkheden. En je steunt daarmee tegelijk heel belangrijk werk.

Arno van Oeveren